skip to Main Content
1-800-987-654 admin@totalwptheme.com

De Heilige Geest

Les 1. De persoonlijkheid van de heilige geest

De Here Jezus sprak over de Geest: ‘Wanneer Hij komt…’ Johannes 16:13. Het is een goddelijke openbaring over de persoonlijkheid van de Heilige Geest, de Geest der Waarheid. Hij heeft in Johannes 16: 5-15, dertien keer gepraat over de persoon van de Heilige Geest. (Ga zelf na of het klopt).

Een studie over de persoon van God de Heilige Geest, de derde persoon van de Goddelijke Drie-eenheid, is van zeer groot belang voor de levende Gemeente van Christus.

De Gemeente moet van het volgende op de hoogte zijn:

De Heilige Geest is niet slechts een zegen om te ontvangen.
De Heilige Geest is niet een ervaring die wij krijgen.
De Heilige Geest is niet slechts een invloed.
De Heilige Geest is niet een onzijdig geslacht of een onpersoonlijk voornaamwoord (HET)!
Hij is een Trooster die voelt.
Hij is een Leraar die luistert.
Hij is een Gids om te volgen.
De Heilige Geest kan overtuigen – Johannes 16:8
De Heilige Geest maakt levend – Johannes 6:63 – ‘De Geest is het die levend maakt
De Heilige Geest heeft lief – Romeinen 15:30 – ‘Maar broeders, ik vermaan u bij onze Here Jezus Christus en bij de liefde des Geestes, om samen met mij te worstelen in den gebede voor mij tot God.
De Heilige Geest geeft bijstand – Handelingen 9:31 – ‘De gemeente dan door geheel Judea, Galilea en Samaria had vrede; zij werd opgebouwd en wandelde in de vreze des Heren, en zij nam in aantal toe door de bijstand van de Heilige Geest.’

Thans zullen wij u aan de hand van Gods Woord tonen dat de Heilige Geest een persoon is. Maar eerst het volgende: HIJ zal niet van Zichzelf spreken, Hij zal van Jezus getuigen. Johannes 15:26 – ‘Wanneer de Trooster komt, die Ik u zenden zal van de Vader, de Geest der waarheid, die van de Vader uitgaat, zal deze van Mij getuigen.’ Hij zal de Here Jezus verheerlijken. Johannes 16:13,14 – ‘Doch wanneer Hij komt, de Geest der Waarheid, zal Hij u de weg wijzen tot de volle waarheid; want Hij zal niet uit Zichzelf spreken, maar al wat Hij hoort, zal Hij spreken en de toekomst zal Hij u verkondigen. Hij zal Mij verheerlijken, want Hij zal het uit het mijne nemen en het u verkondigen.’

De Heilige Geest kan overtuigen.

Johannes 16:8 – ‘En als Hij komt, zal Hij de wereld overtuigen van zonde en van gerechtigheid en van oordeel.’ Het is de taak van de Heilige Geest de mensen de ogen te openen voor dwaling met betrekking tot de zonde, opdat de mens een diep besef krijgt van zijn zondigheid. De mens wordt gebracht tot kennis voor de zonde, waardoor de deur geopend wordt naar de Redder der wereld. Een mens kan alleen door de Heilige Geest tot echt zondebesef komen. We hoeven dus niet zelf mensen te overtuigen van hun zonde. Dat is niet ons werk. We kunnen veel praten over de zonde, we kunnen zogenaamde ‘keiharde’ toespraken houden, maar als Gods Geest niet overtuigt, er zal niets gebeuren.

Sommigen zullen door aangrijpende liederen en emotionele toespraken tranen laten, maar dat is nog geen zondebesef. De Geest overtuigt van zonde!

De Heilige Geest maakt levend.

Johannes 6:63 – ‘De Geest is het die levend maakt…’

De Heilige Geest heeft lief.

Romeinen 15:30 – ‘Maar broeders, ik vermaan u bij onze Here Jezus Christus en bij de liefde des Geestes, om samen met mij te worstelen in den gebede voor mij tot God.’

De Heilige Geest geeft bijstand.

Handelingen 9:31 – ‘De gemeente dan door geheel Judea, Galilea en Samaria had vrede; zij werd opgebouwd en wandelde in de vreze des Heren, en zij nam in aantal toe door de bijstand van de Heilige Geest.’

Geen mens kan de Geest onderwijzen.

Wie kan de Geest onderwijzen? 1 Korinthiërs 2:10,11 – ‘Want ons heeft God het geopenbaard door de Geest. Want de Geest doorzoekt alle dingen, zelfs de diepten Gods. Wie toch onder de mensen weet, wat in een mens is, dan des mensen eigen geest, die in hem is? Zo weet ook niemand, wat in God is, dan de Geest Gods.’

De Geest heeft alle kenmerken van een persoon.

De Heilige Geest heeft alle kenmerken die aan een persoon toegeschreven worden. En dat zijn kennis, gevoel en wil. Sommigen denken dat met de persoonlijkheid van de Geest bedoeld wordt, dat hij handen, voeten, vingers enzovoort heeft. Handen, voeten enzovoort zijn geen kenmerken van een persoon, maar van een lichaam. De kenmerken van een persoon zijn kennis en wil. “Elk levend wezen dat kennis heeft, dat denkt, voelt en wil, is een persoon – of het nu een lichaam heeft of niet.’ De Heilige Geest heeft kennis. Romeinen 8:27 – ‘En Hij, die de harten doorzoekt, weet de bedoeling des Geestes, dat Hij namelijk naar de wil van God voor heiligen pleit.’ ‘De bedoeling des Geestes’ is afgeleid van het griekse woord ‘phronema’. Dit woord heeft een wijde betekenis dat zowel kennis, het gevoel en de wil insluit. Zie ook 1 Korinthiërs 2:11. De Heilige Geest heeft een wil. 1 Korinthiërs 12:11 – ‘Doch dit alles werkt één en dezelfde Geest, die een ieder in het bijzonder toedeelt, gelijk Hij wil.’ De Heilige Geest is niet maar een goddelijke macht waarover wij kunnen beschikken of in bezit kunnen krijgen. Maar de Heilige Geest is een goddelijke persoon die bezit neemt van ons en over ons beschikt naar Zijn wil. De Heilige Geest heeft gevoelens. Jesaja 63:10 – ‘Maar zij waren weerspannig en bedroefden zijn Heilige Geest, daarom veranderde Hij voor hen in een vijand.’ Zie ook Efeziërs 4:30.

De Heilige Geest is niet een blinde, onpersoonlijke kracht die in ons hart komt wonen. Maar Hij is een Persoon die ons liefheeft, die heilig is en zeer gevoelig is voor de zonde. Hij houdt zich ver van de ‘kleinste’ vormen van zonde. Vergeet niet dat de Geest alles ziet wat wij doen, alles hoort wat wij zeggen en hij ziet al onze gedachten.

De Heilige Geest heeft liefde.

Romeinen 15:30 – ‘Maar broeders, ik vermaan u bij onze Here Jezus Christus en bij de liefde des Geestes om samen met mij te worstelen in den gebede voor mij tot God.’ Het gaat hierbij om de woorden “de liefde des Geestes”. Deze woorden zeggen ons dat de Heilige Geest geen blinde kracht of macht is, die invloed uitoefent op ons hart en leven, maar Hij is een goddelijke Persoon die ons liefheeft met een geweldige liefde. De liefde van de Geest is heel groot. Ga maar na hoe vaak u de Heilige Geest bedroefd hebt, maar hoe Hij na uw berouw weer klaar staat om u verder te leiden en klaar te maken voor de toekomstige ontmoeting met de Bruidegom.

De Heilige Geest is goed en intelligent.

Nehemia 9:20 – ‘En Gij hebt uw goede Geest gegeven, om te onderrichten, en uw manna hebt Gij aan hun mond niet onthouden…’ Lees in dit verband ook Johannes 16: 12,13. Zo ook Johannes 14:26 – ‘Maar de Trooster, de Heilige Geest, die de Vader zenden zal in Mijn naam, die zal u alles leren en u te binnen brengen al wat Ik u gezegd heb’. Hij wordt voorgesteld als een levende persoonlijke Leraar. Hij is onze Leraar. Stel u bij het lezen van de Bijbel open voor de onderwijzing van de Geest. Hij kan u de diepste betekenis van het Woord leren.

De Geest doorzoekt alle dingen, zelfs de diepten Gods.

Lees 1 Korinthiërs 2:11. Een onpersoonlijke kracht zou de diepten Gods niet kunnen doorzoeken. Er staat geschreven ‘doorzoekt alle dingen’. Maar belangrijk is het grote werk van de Geest in het doorzoeken van de diepten Gods. En naar Zijn wil openbaart Hij ons wat hij doorzoekt. De Here zei: “Hij zal het uit het Mijne nemen en het u verkondigen”. Johannes 16:14b.

De Heilige Geest bidt.

Romeinen 8:26 – ‘En evenzo komt de Geest onze zwakheid te hulp; want wij weten niet wat wij bidden zullen naar behoren, maar de Geest zelf pleit voor ons met onuitsprekelijke verzuchtingen’. De Heilige Geest doet hier iets wat alleen een persoon kan doen, namelijk bidden. De Heilige Geest is niet slechts een gids om ons tot gebed te brengen. Neen, Hij is een persoon die zelf bidt.

De Heilige Geest geeft bedieningen in de Gemeente.

Handelingen 13:2 – ‘En terwijl zij vastten bij de dienst des Heren, zeide de Heilige Geest: Zondert Mij nu Barnabas en Saulus af voor het werk, waartoe IK hen geroepen heb’.

De Heilige Geest spreekt tot de gemeenten.

Openbaring 2:7 – ‘Wie een oor heeft, die hore, wat de Geest tot de gemeenten zegt…’Lees ook de verzen 11, 17 en 29. Openbaring 3:6, 13. De Here Jezus dringt bij ons aan om te luisteren naar de Heilige Geest.

Inderdaad: De Heilige Geest is een persoon.

Les 2. Het spreken in nieuwe tongen

Om de gaven van de Geest te kunnen ontvangen, moet u eerst gedoopt zijn in de Heilige Geest. Dat kunnen we lezen in 1 Korinthiërs 12 vers 4 tot 11 : ” Er is verscheidenheid in genadegaven, maar het is dezelfde Geest; er is verscheidenheid in bedieningen, maar het is dezelfde Here; en er is verscheidenheid in werkingen, maar het is dezelfde God, die alles in allen werkt. Maar aan een ieder wordt de openbaring van de Geest gegeven tot welzijn van allen. Want aan de één wordt door de Geest gegeven met wijsheid te spreken, en aan de ander met kennis te spreken krachtens dezelfde Geest.”

ALGEMEEN

De Bijbel spreekt over 9(negen) gaven van de Geest. We kunnen deze 9 gaven onder verdelen in drie groepen van drie: de uiting – of aanbiddingsgaven, de openbaringsgaven, de krachtgaven. Elk van deze 3 groepen bestaan uit drie gaven. Straks hierover meer.

Nu eerst een korte verklaring op bovengenoemde onder verdeling:

De uiting – of aanbiddingsgaven.

De uiting – of aanbiddingsgaven worden zo genoemd omdat ze uitgesproken worden en hoofdzakelijk gebruikt worden in aanbiddingsdiensten.

De openbaringsgaven.

Deze gaven werken door goddelijke openbaring, waarbij de gelovige bepaalde openbaringen krijgt.

De krachtgaven.

Deze gaven werken door de kracht van God. Wonderlijke zaken gebeuren via de gelovige die deze gave gebruikt.

De uitingsgaven zijn: de gave van tongen, de gave van vertolking van tongen,de gave van profetie.

De openbaringsgaven: de gave van het woord van kennis, de gave van het woord van wijsheid, de gave van het onderscheiden van geesten.

De krachtgaven: de gave van geloof, de gave van gezondmaking, de gave van wonderwerken

HET SPREKEN IN TONGEN.

Het is goed en verstandig om in de eerste plaats te lezen wat de Here Jezus zegt over het spreken in tongen. In Markus 16 vers 17 zegt de Heiland : ” ………in nieuwe tongen zullen zij spreken.” Hij noemde het spreken in tongen één van de tekenen die de gelovigen zullen volgen. Als we de Bijbel ernstig nemen zullen we spoedig ontdekken dat het spreken in tongen het bewijs was voor de discipelen dat de mensen voor wie zij baden met de Geest vervuld waren. Toen de discipelen op de pinksterdag vervuld werden met de Geest begonnen zij “met andere tongen te spreken, zoals de Geest het hun gaf uit te spreken”. Handelingen 2 vers 4.

Terwijl Petrus nog aan het prediken was, ” viel de Heilige Geest op allen, die het woord hoorden. En al de gelovigen uit de besnijdenis, die met Petrus waren medegekomen, stonden verbaasd, dat de gave van de Heilige Geest ook over de heidenen was uitgestort, want zij hoorden hen spreken in tongen en God groot maken.” Handelingen 10 vers 44-46

Paulus ontmoette een groep gelovigen die nog nooit van de Heilige Geest gehoord hadden. Hij predikte over de Heilige Geest en de Bijbel zegt;” Toen Paulus hun de handen oplegde, kwam de Heilige Geest over hen, en zij spraken in tongen en profeteerden.” Handelingen 19 vers 6

Wat is spreken in tongen.

Spreken in geheimenissen tot God. ” Want wie in een tong spreekt, spreekt niet tot mensen, maar tot God, want niemand verstaat het; door de Geest spreekt hij geheimenissen.” 1 Korinthiërs 14 vers 2. De gelovige die in een tong spreekt weet dus niet of verstaat niet wat hij zegt. Wel weet hij dat hij tot God spreekt, hem looft en prijst of bidt voor de gelovigen. Hij wordt versterkt in zijn geloof en wordt bemoedigd in de strijd.

Zichzelf stichten. “Wie in een tong spreekt, sticht zichzelf, maar wie profeteert sticht de gemeente”. 1 Korinthiërs 14 vers 4. Het spreken in tongen is derhalve van grote waarde voor ons persoonlijk geestelijk leven. We versterken hierdoor ons geestelijk leven en kunnen in voortdurende gemeenschap met God verkeren. Hoe kunnen we ooit anderen opbouwen, troosten, stichten, bemoedigen, als we zelf niet opgebouwd zijn en geestelijke kracht hebben.

Spreken in tongen is bidden in de Geest. ” En evenzo komt de Geest onze zwakheid te hulp; want wij weten niet wat wij bidden zullen naar behoren, maar de Geest zelf pleit voor ons met onuitsprekelijke verzuchtingen”. Romeinen 8 vers 26. Spreken in tongen is bidden in de Geest. Paulus spoort ons aan in Efeziërs 6 vers 18 om aanhoudend te bidden en smeken bij elke gelegenheid in de Geest ( spreken in tongen).

Kunnen wij onze tongentaal verstaan.

Paulus geeft ons het antwoord in 1 Korinthiërs 14 vers 2: ” ….want niemand verstaat het; door de Geest spreekt hij in geheimenissen. Het is dus onverstandig om te willen begrijpen wat we spreken in tongen. ” Want indien ik bid in een tong, bidt mijn geest wel, maar mijn verstand blijft onvruchtbaar”. Mijn verstand speelt daarbij geen enkele rol. Wel zal ons verstand proberen ons te doen twijfelen aan de echtheid van ons tongentaal.

Wanneer mag men in tongen spreken.

Paulus zegt in Efeziërs 6 vers 18 : ” Bidt daarbij met aanhoudend bidden en smeken bij elke gelegenheid in de Geest, daartoe wakende met alle volharding en smeking voor alle heiligen.” In 1 Korinthiërs 14 vers 18 dankt de apostel God dat hij meer dan allen in tongen spreekt. U mag dus bij elke gelegenheid en heel vaak in nieuwe tongen spreken. De Bijbel zegt niet dat u altijd in tongen moet spreken, maar bij elke gelegenheid. Ook thuis in uw binnenkamer. Tijdens het oproepen tot bekering door de voorganger. Wanneer er gestreden en gebeden wordt met zieken . Terwijl u aan het koken bent. enz.enz. Spreek in tongen. Het is goed en noodzakelijk.

We kunnen elkaar aansporen om in tongen te spreken. Paulus zegt door de Geest : BELEMMERT HET SPREKEN IN TONGEN NIET. 1 Korinthiërs 14 vers 39.

BELEMMERINGEN

Hoe komt het dat niet alle gelovigen in tongen kunnen spreken:

Het verstand kan een hindernis zijn, omdat sommigen bij alles wat zij doen hun verstand willen betrekken. Als dat het geval is kan Gods Geest niet doorbreken. ” Want indien ik bid in een tong, bidt mijn geest wel, maar mijn verstand blijft onvruchtbaar”. 1 Korinthiërs 14 vers 14

Gebondenheid en/of bezetenheid kan ook een belemmering zijn voor Gods Geest. Het is dan goed dat die gebondenheid verbroken wordt in de Naam van Jezus en dat die demon uitgeworpen wordt in Jezus’ Naam.

Andere belemmeringen, zoals een onrein leven, een leven in vijandschap met uw naaste. Het is immers de zonde die scheiding brengt tussen ons en God. Jesaja 59 vers 1 en 2. Het belijden van de schuld en de verzoening met God en mensen werkt helend voor de ziel.

Gebrek aan kennis is één van de grootste hindernissen. Een bijbels voorbeeld vinden we in Handelingen 19, waarbij blijkt dat door onkunde die gelovigen niet gedoopt waren in de Geest en daardoor niet in nieuwe tongen spraken.

Vrees om een taal te spreken die men niet verstaat, kan de doorbraak van de Geest verhinderen.

In het kort zijn de belemmeringen voor het spreken in tongen: Het verstand, gebondenheid en/of bezetenheid, onrein leven, gebrek aan kennis, vrees.

Tenslotte : Paulus zegt door de Geest in 1 Korinthiërs 14 vers 15:” Ik zal bidden met mijn geest, maar ook bidden met mijn verstand; ik zal lofzingen met mijn geest, maar ook lofzingen met mijn verstand”. U kunt dus : bidden in tongen en zingen in tongen.

De Here heeft gezegd: “In nieuwe tongen zullen zij spreken”. Markus 16 vers 16. Het is de gelovige zelf die in nieuwe tongen spreekt, geïnspireerd door de Heilige Geest.

Ik eindig deze studie met de volgende woorden: BELEMMERT HET SPREKEN IN TONGEN NIET.

Les 3. De gave van vertolking van tongen

Deze gave is zeer nauw verbonden aan het spreken in tongen. Want zonder de gave van tongen kan de gave van het vertolken van tongen niet functioneren.

Het vertolken van tongen is de genade die we krijgen om de inhoud weer te geven van een boodschap in tongen. U moet niet denken dat de gelovige die de gave van de vertolking van tongen heeft, de tongentaal verstaat. In 1 Korinthiërs vers 2 lezen we : ” ….want niemand verstaat het, door de Geest spreekt hij geheimenissen”. De tongentaal blijft dus onverstaanbaar, ook voor degene die de gave van vertolking van tongen heeft.

Het nut van vertolking van tongen

” Wie profeteert, is meer dan wie in tongen spreekt, tenzij hij het ook uitlegt, zodat de gemeente stichting ontvangt.” 1 Korinthiërs 14 vers 5.

Vertolking van tongen staat dus gelijk aan profetie. Over profetie zullen wij in de volgende les praten.

” Zo moet ook gij, omdat gij naar geestelijke gaven streeft, trachten uit te munten tot stichting van de gemeente. Derhalve moet hij, die in een tong spreekt, bidden, dat hij het moge uitleggen.” 1 Korinthiërs 14 vers 12 en 13.

De gave van vertolking van tongen is dus binnen handbereik. “Derhalve moet hij, die in een tong spreekt, bidden, dat hij het moge uitleggen.” Een belofte en een aansporing om die gave van vertolking van tongen te ontvangen. Paulus zegt met andere woorden, wie in tongen spreekt en de gave van vertolking nog niet heeft, bidt dan om die geestesgave. U hebt die gave van tongen, als u bidt, kunt u die gave van vertolking van tongen ontvangen.

“Indien er in tongen spreken, laten het er twee, ten hoogste drie zijn, ieder op zijn beurt, en laat één uitleg geven. Is er echter geen uitlegger, dan moet men zwijgen in de gemeente, maar tot zichzelf en tot God spreken.”

Het spreken in tongen zonder meteen de vertolking door te geven mag, als er in de gemeente een uitlegger is. Dat is een gelovige die door de Geest kan vertolken wat de andere in tongen heeft gesproken. De uitlegger verstaat niets van de tongentaal van de ander. Zulk spreken in tongen is slechts beperkt toegestaan. Slechts twee of hooguit drie mogen zich tijdens de aanbiddingdienst op deze wijze dienstbaar stellen. We kunnen uit dit bijbelgedeelte verder opmaken, dat de verantwoordelijkheid ligt bij de gene die in tongen spreekt. Die moet weten of er een uitlegger is. Anders moet hij zwijgen. Paulus spreekt in dit verband slechts van één uitlegger per samenkomst. Hij zegt: “… laat één uitleg geven”. Deze beperking is blijkbaar gegeven om wanorde te voorkomen, ook al zijn er meer in de samenkomst die de uitleg kunnen geven. Alles moet betamelijk en in goede orde geschieden.

Zelf vertolken.

” Derhalve moet hij die in een tong spreekt, bidden dat hij het moge uitleggen”. 1 Korinthiërs 14 vers 13. Op deze wijze kan er geen misverstand ontstaan en hoeft u niet te rekenen op een uitlegger. Want wie bidt, ontvangt.

Het onderscheiden.

Hoe weten wij dat die vertolking van de Here is. Het vertolken van tongen staat gelijk aan de profetie. Het moet dan zijn vermanend, stichtend en bemoedigend.

Tenslotte:

Vertolking is geen vertaling. Vertaling is een letterlijke weergave van de ene taal in de andere. Vertolking is niet de letterlijke vertaling, maar een weergave, geïnspireerde uiting van de betekenis. In de grondtekst staat voor vertolking: grondige verklaring.
Niet een ieder die eerst in tongen bidt en daarna de verstaanbare woorden spreekt, heeft de gave van vertolking van tongen. Sommige gelovigen spreken eerst in tongen om geestelijk goed voorbereid te zijn en geven dan de profetie.

Deze gave mag uitsluitend gebruikt worden in een samenkomst van gelovigen, tot stichting, bemoediging en vermaning van de gelovigen. Zie vers 22b van 1 Korinthiërs 14.
De tegenstander zal proberen twijfel in uw hart te zaaien, door u te zeggen,” het is niet echt, het is uit uw zelf”. In zo’n geval speelt uw relatie met God en uw geloof een belangrijke rol. Het geloof zal deze leugen dan elimineren.

De gave van profetie

De gave van profetie is een wonderlijke geestelijke gave. Want door deze gave kunnen we uit God een boodschap uitspreken tot de gemeente. De Here gebruikt ons mond om Zijn boodschap door te geven. Daarom geloof ik dat alleen reinen van hart zich open moeten stellen voor deze en de andere gaven. Degene die deze gave heeft begint vaak de profetie met ” zo spreekt de Here”. Sommige aanbiddingleiders zeggen bij de aanvang van de boodschappen, “laten wij horen wat de Geest tot de gemeente wil zeggen”.

Laten we lezen wat Petrus zegt in 2 Petrus 1 vers 19 tot 21 :” En wij achten het profetische woord daarom des te vaster, en gij doet wèl, er acht op te geven als op een lamp, die schijnt in een duistere plaats, totdat de dag aanbreekt en de morgen opgaat in uw harten. Dit moet gij vooral weten, dat geen profetie der Schrift een eigenmachtige uitlegging toelaat; want nooit is profetie voortgekomen uit de wil van een mens, maar door de heilige Geest gedreven, hebben mensen van Godswege gesproken”. Hoewel in dit bijbelvers geschreven wordt over de profeten uit het Oude Verbond die niet vergeleken mogen worden met de gelovigen van het Nieuwe Verbond die een profetie uitspreken, kunnen wij van het Nieuwe Verbond toch de volgende lering uit deze tekst trekken:

1. Profetie komt niet door de wil van een mens.
2. Het is God die door Zijn Geest door ons spreekt.

U kunt niet van tevoren beslissen wat u gaat zeggen. U moet u ook niet laten leiden door uw menselijke geest en bewust over zaken profeteren die op dat moment aan de orde zijn en waarover u voorkennis heeft. Bijvoorbeeld: U bent in de loop van de week geconfronteerd met roddel en des zondags zegt u bewust, ” zo spreekt de Here, mijn kinderen u bedroeft mij door uw roddel”. Een dergelijke profetie is geen profetie maar slechts woorden uit een overmoedig hart. We kunnen echter van profetie spreken als het komt uit het hart van God. Profetie is een door God geïnspireerde uiting.

Kenmerken van profetie

” Maar wie profeteert spreekt voor de mensen stichtend, vermanend en bemoedigend”. Een profetie is: Stichtend, vermanend, bemoedigend. Een profetie is dus niet afbrekend.

STICHTEND.

We worden gesticht en opgebouwd in ons geloof. De woorden dienen tot onze groei en opbouw in de Here .

VERMANEND

Een waarschuwing tot een rein leven. Ons aansporen om op de weg van de Heer te blijven. Aansporen tot een hoger leven met Christus.

BEMOEDIGEND

Ons troosten en moed geven om door te gaan. We worden bemoedigd om door te gaan op de weg.

Misverstanden

De gave van profetie is niet hetzelfde als het ambt van profeet. Ieder gelovige kan de gave van profetie bezitten. Dat lezen we in 1 Korinthiërs 14 vers 31:”Want gij kunt allen één voor één profeteren, opdat allen lering en allen opwekking erdoor ontvangen.” Onder hen die het profetische ambt bekleedden bevinden zich mannen als Jesaja, Jeremia, David, Daniël enzovoort. Over deze bediening lezen wij in Efeziërs 4 vers 11: ” En Hij heeft zowel apostelen als profeten gegeven, zowel evangelisten als herders en leraars, om de heiligen toe te rusten tot dienstbetoon, tot opbouw van het lichaam van Christus”. Deze bedieningen zijn niet de gaven van de Geest, wel hebben deze dienaren van God geestelijke gaven ontvangen. Profeteren wil niet zeggen: ” voorzeggen”, maar tot de mensen stichtend, vermanend en bemoedigend spreken. Wie profeteert behoeft niet het profetische ambt te hebben; iemand die het profetische ambt heeft kan wel de gave van profetie hebben.

Een profeet is een prediker die in de gemeente een boodschap of preek brengt naar aanleiding van een openbaring van God. De profeten in het oude verbond brachten een prediking of boodschap naar aanleiding van een Gods openbaring en vaak werden er zaken voorzegd die later uitkwamen of die nog moeten uitkomen. U zult in de Bijbel passages tegen komen waarbij degenen die profeteren profeten genoemd worden. U moet echter deze profeten niet verwarren met de bediening van een profeet.

De gave van profetie heeft niets te maken met het voorspellen van de toekomst. Het is uitsluitend stichtend, vermanend en bemoedigend. Degenen die dachten dat zij de toekomst konden voorzeggen omdat zij die gave bezitten, hebben soms voor verwarring gezorgd in gemeenten. Soms hoor je de opmerking: ” Ik kon mijn mond niet houden, ik moest spreken ” of ” ik kon niet wachten met het uitspreken”. Gods Geest dwingt niemand om te spreken, ” De geesten der profeten zijn aan de profeten onderworpen, want God is geen God van wanorde, maar van vrede”. 1 Korinthiërs 14 vers 31 – 33. Wij moeten rustig wachten tot de ander uitgesproken is.

Mogen allen profeteren:

In de Bijbel lezen wij : ” Ik wilde wel dat gij allen in tongen spraakt, maar liever nog, dat gij profeteerdet.” 1 Korinthiërs 14 vers 5. Hieruit kunnen we opmaken dat Paulus door de Geest de mensen aanspoort te bidden voor deze gave. Hij vond het goed dat alle gelovigen konden profeteren. ” Want wie profeteert sticht de gemeente.” In 1 Korinthiërs 14 vers 31 lezen wij : ” Want gij kunt allen één voor één profeteren, opdat allen lering en allen opwekking er door ontvangen.”

Het profeteren werkt aldus: De gemeente wordt door uw profetie opgebouwd, gesticht en vermaand. En u wordt door uw gehoorzaamheid ook gezegend omdat God u kunt gebruiken als een kanaal van zegen.

TENSLOTTE :

Paulus vond het profeteren zeer belangrijk, omdat de gemeente gesticht werd. Hij heeft daarom de gelovigen aangespoord om te streven naar de gave van profetie. Hij zegt in 1 Korinthiërs 14 vers 1: “Jaagt de liefde na en streeft naar de gaven des Geestes, doch vooral naar het profeteren.” Streven naar betekent: begerig zijn naar, enthousiast verlangen naar. Verder zegt hij : ” Ik wilde wel dat gij allen in tongen spraakt, maar liever nog dat gij profeteerdet.” 1 Korinthiërs 14 vers 5. “Zo dan, mijn broeders, streeft ernaar te profeteren en belemmert het spreken in tongen niet”. 1 Korinthiërs 14 vers 39.

In deze studie hebben wij gelezen dat een profetie stichtend, vermanend en bemoedigend is. Zo kunnen wij onder andere toetsen of een profetie van de Here is. Wij moeten profetieën niet zomaar verwerpen of verachten. ” Dooft de Geest niet uit, veracht de profetieën niet, maar toets alles en behoudt het goede.” 1 Thessalonicensen 5 vers 19 en 20. Het is goed en noodzakelijk om de profetieën te toetsen. Het is verkeerd en onbijbels om ze te verachten. Paulus spoorde Timotheüs aan zich te richten naar de profetieën die aangaande hem gesproken zijn : ” Deze opdracht vertrouw ik u toe, mijn kind Timotheüs, in overeenstemming met de profetieën, die vroeger aangaande u zijn uitgesproken, opdat gij, u daarnaar richtend, de goede strijd strijdt met geloof en met een goed geweten. Omdat sommigen dit hebben verworpen, heeft hun geloof schipbreuk geleden.” 1 Timotheüs 1 vers 18 en 19.

De gave van het woord van kennis.

De gave van het Woord van Kennis is de genade of bekwaamheid die wij van de Heilige Geest ontvangen, om een bovennatuurlijke openbaring te ontvangen. De Heilige Geest geeft ons inzicht in zaken die voor ons natuurlijk verstand onbekend zijn. We kunnen deze gave niet aanleren. Het heeft niets te maken met de natuurlijke kennis van mensen, die verruimd wordt door studie en onderzoek. Het heeft ook niet te maken met een grote kennis van de Bijbel. Het is een openbaring.
De gave van het woord van kennis is een openbaringsgave.
In les 1 zagen wij de volgende onder verdeling: De gave van het woord van kennis; de gave van het woord van wijsheid; de gave van het onderscheiden van geesten.

Openbaringsgave: De Heilige Geest openbaart ons iets dat voor verstand onbekend is. Met ons verstand en natuurlijke kennis zouden wij van die zaak niets kunnen weten. Maar door die genade gave krijgen wij inzicht in die verborgenheid. De Heilige Geest laat ons weten wat Hij goed voor ons vindt. Genoeg om ons geestelijk werk naar behoren te doen. Hij openbaart naar Zijn wil en wat Hij wil. De mens heeft met al zijn natuurlijke kennis geen enkele inbreng. Het is een openbaring. U kunt deze gave niet aanleren.

Om beter te kunnen begrijpen wat het woord van kennis is, zullen we enkele bijbelse voorbeelden aanhalen :

” Doch Jezus doorzag hun overleggingen en antwoordde en zeide tot hen: Wat overlegt gij in uw harten?” Lukas 5 vers 22. De Here wist door deze gave waarmee zij bezig waren.
” Eer Filippus u riep, zag ik u onder de vijgenboom.” Johannes 1 vers 49.
” Vrees niet want zij, die bij ons zijn, zijn talrijker dan zij, die bij hen zijn.” 2 Koningen 6 vers 16. God openbaart aan Elisa wat voor het natuurlijke oog en verstand onzichtbaar was. Ze konden met hun verstand niet weten dat er zoveel hemelse strijders om hen waren. En in vers 17 bevestigt de Heer dit woord van kennis. “Toen bad Elisa: Here, open toch zijn ogen, opdat hij ziet. En de Here opende de ogen van de knecht en hij zag en zie, de berg was vol vurige paarden en wagens rondom Elia”.

Een duidelijk voorbeeld van de gave van het woord van kennis, is het gesprek dat onze Heer had met een Samaritaanse vrouw. Hij vertelde haar alles over haar leven. ” Hij zei tot haar: Ga heen, roep uw man en kom hier. De vrouw antwoordde en zei: Ik heb geen man. Jezus, zei tot haar: Terecht zegt gij : Ik heb geen man: want gij hebt vijf mannen gehad en die gij nu hebt, is uw man niet; hierin hebt gij de waarheid gesproken.” Johannes 4:16-18.

De gave van het woord van wijsheid.

De gave van het woord van wijsheid is nauw verbonden aan de gave van het woord van kennis. De gave van het woord van kennis kan zonder de gave van het woord van wijsheid tot aanstoot zijn. We zullen het geopenbaarde niet op de juiste geestelijke wijze kunnen doorgeven. En ook al zijn onze bedoelingen juist en rein, de aangesprokene kan door uw gemis aan de gave van het woord van wijsheid de boodschap verkeerd ervaren.

In de vorige les zagen wij dat het woord van kennis is de genade of de bekwaamheid die wij van de Heilige Geest ontvangen, om een openbaring te ontvangen. God maakt ons dingen bekend die voor ons natuurlijk verstand verborgen zijn. Met de gave van het woord van wijsheid ( ook een openbaringsgave) openbaart de Heer ons wat wij moeten doen en/of spreken nadat wij die openbaring ontvangen hebben. Deze gave heeft te maken met het uitspreken van de gedachten en de wil van God in een bepaalde zaak. We zeggen dan wat God wil en niet wat wij zelf willen. Het heeft dus niets te maken met aardse wijsheid, die wijze en knappe mensen hebben. Ze kunnen slechts wijze woorden spreken afkomstig uit hun eigen hart en gedachten. Wie deze openbaringsgave heeft, spreekt de woorden uit het hart van God. God openbaart hem wat hij moet zeggen en doen.

niet altijd zullen wij doorgeven wat God ons openbaart.

Het kan gebeuren dat de Here ons iets openbaart door de gave van het woord van kennis en ons door de gave van het woord van wijsheid openbaart onze wetenschap niet door te geven, maar voor ons zelf te houden en voorzichtig mee om te springen. Bijvoorbeeld: Als de Here u in een samenkomst zou openbaren dat er iemand in de kerk is die in grote zonde leeft, is dit een openbaring, een woord van kennis. In een dergelijk geval hebben wij de gave van het woord van wijsheid nodig om te weten hoe te handelen. Als de Geest u duidelijk maakt, geef die openbaring niet door tijdens de dienst, houd het voor uzelf en praat met de persoon na de samenkomst, dan is er sprake van de gave van het woord van wijsheid. Gods Geest weet namelijk precies hoe de persoon in kwestie zou reageren als hij openlijk in de samenkomst terechtgewezen zou worden. Die openbaring zou een averechtse uitwerking kunnen hebben, wat niet de bedoeling van de Geest kan zijn. De gave van het woord van wijsheid is dus nauw verbonden aan de gave van het woord van kennis. Dat wil echter niet zeggen dat deze gaven altijd samen gebruikt zullen worden. U moet niet denken dat u altijd eerst een woord van kennis moet ontvangen, vóór u de gave van het woord van wijsheid kunt gebruiken. Het is een gave die wij apart kunnen ontvangen en gebruiken. De Geest kan ons wijsheid geven om in bepaalde gevallen op te treden. Hij kan ons wijsheid geven om een zaak af te wikkelen.

In Mattheüs 21 vers 23 tot 27 proberen de Farizeeërs de Heer met een strikvraag te vangen. Hij antwoordt hen met een wedervraag. Dit is de gave van het woord van wijsheid. In Lukas 20 vers 25 willen ze Hem vangen op het betalen van belasting; Hij antwoordt hen: ” Geeft dan de keizer wat des keizers is, en Gode wat Gods is”. Ook weer de gave van het woord van wijsheid. In Johannes 8 vers 3 tot 11 sprak de Heer een woord van wijsheid toen Hij zei: ” Wie van u zonder zonde is, werpe het eerst een steen naar haar”. Nog een voorbeeld is de wijsheid van koning Salomo. 1 Koningen 3 vers 16 tot 28.

Wat is de gave van het woord van wijsheid NIET: het is geen verstandigheid en bekwaamheid om met mensen te praten; het is geen menselijke wijsheid. Lees 1 Korinthiërs 1 vers 21; het is wijsheid om een land of een kerk te besturen; het heeft niets te maken met onze opleiding, onze kennis of verstand.

De gave van het woord van wijsheid is de bekwaamheid die de geest ons geeft om wijze woorden te spreken uit de wil van God en de openbaring die God ons geeft om te handelen na het ontvangen van een openbaring door het woord van kennis. De menselijke geest heeft hierbij geen enkele inbreng, die openbaring komt uit God. Het is de gave van het woord van wijsheid.

De gave van het onderscheiden van geesten.

Deze gave is de laatste van de openbaringsgaven. We hebben eerder de gave van het woord van kennis en de gave van het woord van wijsheid behandeld. De gave van het woord van kennis is de genade en bekwaamheid die wij van de Heilige Geest ontvangen, om een bovennatuurlijke openbaring te ontvangen. De Heilige Geest geeft ons inzicht in zaken die voor ons natuurlijk verstand onbekend zijn.

De gave van het woord van wijsheid heeft te maken met het uitspreken van de wil van God in een bepaalde zaak. De Heer openbaart ons wat wij moeten doen en/of spreken nadat wij de openbaring door de gave van het woord van kennis ontvangen hebben. Ook geeft de Geest ons wijsheid om bepaalde moeilijke zaken af te wikkelen.

De gave van het onderscheiden van geesten heeft te maken met bovennatuurlijke zaken. Het wordt gebruikt voor het onderscheiden van geesten, zoals de naam van deze gave ook luidt. Deze gave onderscheidt zich van de andere openbaringsgaven, omdat het een beperkter gebied omvat, namelijk de geesten wereld.

Deze gave verschaft ons bovennatuurlijk inzicht in het rijk van geesten. We kunnen door deze gave weten welke geest een persoon lastig valt. We krijgen informatie over de geest(en) die mensen aanvallen en hun bezet houdt. Deze gave geeft ons ook inzicht hoe te handelen in die gevallen. Door deze gave kunnen wij ook de aanwezigheid van geesten ontdekken en welke geesten dat zijn. Het openbaart ons zaken over de geesten die wij met ons natuurlijk verstand niet kunnen weten. Verborgenheden worden ons duidelijk gemaakt.

Bijvoorbeeld: U bidt voor iemand die bezet is met een boze geest. Na een poos lijkt het alsof de persoon vrij is, doordat een zogenaamde vrome geest doet alsof alles in orde is. Iemand bij wie de gave van het onderscheiden van geesten niet functioneert, zal denken dat de persoon in kwestie vrij is. Een ander die wel die gave heeft, kan “zien” dat de persoon in kwestie helemaal niet vrij is. Hij of zij zal ook weten welke boze geest een poging waagt om de strijders in verwarring te brengen.

Wat is de gave van het onderscheiden van geesten NIET

Het is niet het gebruiken van de ervaring die u in de loop der jaren hebt opgedaan. Iemand die veelvuldig bidt voor mensen die in problemen zijn door boze geesten, kan op den duur door de opgedane kennis soms weten welke boze machten gene of deze aanvalt. Deze kennis heeft niets te maken met bovengenoemde gave. Want die gave is een openbaringsgave en heeft niets te maken met ons verstand. De gave van het onderscheiden van geesten is bedoeld om de goddelijke geesten ( engelen) te onderscheiden van de satanische geesten ( duivelen, boze geesten). Door bovengenoemde gave kunnen wij door Gods wonder onderscheiden met wie we te doen hebben. Het is vooral van grote waarde als we te maken hebben met “vrome” geesten en boze geesten die zich voor doen als engelen des lichts.

Demonische bezetenheid

Demonische bezetenheid is de bezetting door boze geesten van een volkomen gezond lichaam en verstand. Die persoon voelt zich wel ziek. Het strijden en bidden voor zo iemand gaat vaak gepaard met vallen, gillen, stuiptrekken en soms hevige weerstand. Lees Mattheüs 8 vers 28 en Lukas 9 vers 42. “De geest wierp hem op de grond …”

Enkele benamingen van de boze geesten:

Alle demonen zijn onreine geesten. Mattheüs 10 vers 1; Lukas 6 vers 18; Markus 1 vers 26; Markus 9 vers 17 – stomme geest; Lukas 13 vers 11 – geest van zwakheid; Handelingen 16 vers 16 – waarzeggende geest; Numeri 5 vers 14 geest van jaloersheid; Mattheüs 8 vers 30,31 – boze geesten; Markus 9 vers 25 – doofstomme geest; 1 Johannes 4 vers 6 – geest van dwaling; Kolossensen 2 vers 20 – wereldgeesten; 2 Timotheüs 1 vers 7 – geest van lafhartigheid; 1 Koningen 22 vers 22 – leugengeest. Er zijn verder geesten van : zwaarmoedigheid (depressie), zelfbeklag, sadistische geesten, haat, nijd en twist, zorgengeesten, moord en zelfmoord, vloekgeesten, seksualiteit, krankzinnigheid, neerslachtigheid.

Wie de gave van het onderscheiden van geesten heeft kan de demonen beter aanpakken en bestraffen. We weten dan met wie we te doen hebben. Iemand die door de gave weet dat zijn broeder of zuster gekweld wordt door een leugengeest, zal niet strijden tegen zijn broeder of zuster, maar die zal die geest bestraffen.

Waarschuwing en bemoediging

Denk niet dat alles wat de klok slaat boze geesten zijn; er zijn namelijk meer goede geesten (engelen) dan kwade geesten. En de Heer heeft ons macht gegeven over het rijk van de satan. “Hij die in ons is, is meer dan die in de wereld is”. Wij moeten de boze bestrijden, maar geef de boze niet de overhand in uw hart en gedachten. Open uw ogen en u zult er versteld van staan hoeveel engelen u ten dienste staan.

De gave van geloof.

De gave van geloof is één van de krachtgaven. De andere krachtgaven zijn de gave van genezing en de gave van het doen van wonderwerken.

Deze gaven hebben zoals de naam luidt, te maken met de wonderbare zaken die God door Zijn kinderen wil doen. God is immers een God van wonderen en Hij wil ons gebruiken om die wonderbare zaken mee te delen aan anderen.

De gave van geloof is ongetwijfeld de belangrijkste krachtgave, omdat met deze gave die andere gaven goed kunnen functioneren. Zonder geloof zijn er geen genezingen en ook geen wonderwerken.

Over welk geloof gaat het:

Het gaat bij deze gave van geloof niet om het geloof dat we nodig hebben om Christus te aanvaarden en te geloven in de redding door Zijn bloed. Het geloof om behouden te worden ontvangt u door de overtuigende kracht van de Heilige Geest, want zonder dit reddende geloof kunt u geen kind van God worden. Een ieder die gered wil zijn van het oordeel moet eerst geloof hebben in God.

Dit reddende geloof gaat aan de bekering en de behoudenis vooraf. We moeten eerst geloven in de Heer, alvorens wij behouden kunnen worden. Met andere woorden: De Heilige Geest overtuigt de mens van zonde en die mens doet in geloof die eerste stap tot de Heer. Dit zaligmakende geloof heeft niets te maken met de gave van geloof.

De gave van geloof komt na de doop in de Geest. Zonder de doop in de Heilige Geest kunt gij deze gave niet ontvangen. Alleen gelovigen die vervuld zijn met de Heilige Geest kunnen bidden om die gave van geloof.

De gave van geloof is een zegen voor ons en voor anderen:

Deze gave is een gave van de Heilige Geest, die de Heer aan zijn gereinigde en geheiligde kinderen geeft om:

1. Wonderen te doen en
2. Wonderen te ontvangen.

Wat is het verschil tussen reddend geloof en de gave van GELOOF:

Reddend of zaligmakend geloof moet u vóór de behoudenis hebben. Want zonder dit geloof zult u niet geloven in de reddende kracht van Jezus. Romeinen 5 vers 1. In Romeinen 10 vers 14 lezen wij hoe een mens dit geloof kan ontvangen: ” Hoe zullen zij dan Hem aanroepen, in wie zij niet geloofd hebben? Hoe geloven in Hem, van wie zij niet gehoord hebben? Hoe horen zonder prediker?” De gave van geloof ontvangt u na de behoudenis, na de doop in de Heilige Geest en naar de wil van God.

Geloof is ook belangrijk ná de bekering en wel het geloof in de beloften aangaande de behoudenis. Door ons geloof aanvaarden wij de beloften van de Bijbel. De gave van geloof heeft te maken met het geloof in wonderbaarlijke gebeurtenissen. Dus van zaken die we niet kunnen ontvangen met ons zaligmakend geloof.

Voorbeelden van de gave van geloof: 1 Koningen 17 vers 1, ” zo waar de Here, de God van Israël leeft, in wiens dienst ik sta, er zal deze jaren geen dauw of regen zijn, tenzij op mijn woord”. Zie ook Jakobus 5 vers 17. Markus 11 vers 13 en 14 : ” Toen Hij van verre een vijgenboom zag, die bladeren had, ging Hij daarheen om te zien, of Hij ook iets aan vinden zou. En erbij gekomen, vond Hij er niets aan dan bladeren want het was de tijd niet voor vijgen. En Hij antwoordde en zeide tot hem: Nooit ete meer iemand vrucht van u in eeuwigheid!”

Handelingen 3 vers 6 tot 8: ” Maar Petrus zeide: Zilver en goud bezit ik niet, maar wat ik heb geef ik u; in de naam van Jezus Christus, de Nazireeër: Wandel! En hij greep hem bij de rechterhand en richtte hem op, en terstond werden zijn voeten en enkels stevig, en hij sprong op en stond en liep heen en weer …”

We hebben drie voorbeelden van de gave van geloof aangehaald en het valt ons op dat er woorden van geloof uitgesproken werden:

1. Elia zei in geloof: ” Er zal geen dauw of regen zijn.”
2. De Here Jezus zei in geloof: ” Nooit ete meer iemand een vrucht van u in eeuwigheid.”
3. Petrus zei in geloof: ” Maar wat ik heb, geef ik u; in de naam van Jezus Christus, de Nazireeër, wandel!”

Het ontvangen van deze gave:

a. Na de bekering, na de doop in de Geest.
b. We moeten erom bidden, evenals wij de Heer moeten bidden om de andere gaven.
c. Het is de Heilige Geest die ons geeft naar Zijn wil.
d. Als wij die gave ontvangen hebben en de Heer wil dat wij de gave van geloof gebruiken, dan moeten wij in geloof in actie komen. Zo ook bij de andere gaven.

De gaven van genezing.

De gaven van genezing(en) is één van de drie gaven van kracht. Deze gave werd gebruikt door de Here Jezus, getuige de vele genezingen die plaatsvonden door Zijn bediening.

De gave van genezing is de genade die wij van de Heilige Geest ontvangen om zieken de genezende kracht van Jezus mee te delen, op bovennatuurlijke wijze, zonder gebruik te maken van natuurlijke middelen van welke aard ook. Het zijn wonderen die gebeuren. Genezingen die plaatsvinden door de kracht van de Heer, zonder medicijnen enzovoort zijn bovennatuurlijke genezingen. Door deze gave worden kwalen, ziekten en gebreken uitgebannen in de naam van Jezus. We delen door deze gave de mensen de genezing mee in de Naam van Jezus.

Het genezen van zieken was één van de belangrijkste bedieningen van de Heiland. Hij plaatste de bovennatuurlijke genezing op de voorgrond door de vele genezingen die Hij verrichtte. Door deze gave kon Hij de mensen dienen en een aanval doen op de werken van de satan. Ziekte maakt een mens ongelukkig en door deze gave te gebruiken bracht de Heer het geluk terug in vele harten.

Moet u kennis hebben van ziekten om deze gave te gebruiken.

De gaven van genezing is voor iedereen die gedoopt is in de Geest. De Here zei in Markus 16,” Op zieken zullen zij de handen leggen en zij zullen genezen worden”. Hij verbond er geen enkele opleiding aan. Het moeten echter geestvervulde gelovigen zijn. U hoeft niets weten van ziekten, kwalen, symptomen, medicijnen en andere wetenschappelijke zaken. Zulke zaken zijn onbelangrijk voor het bovennatuurlijk genezen van zieken. Het gaat om een geestelijke gave, een krachtgave, waarbij er door een goddelijke ingreep wonderbaarlijke genezingen plaatsvinden. De meeste discipelen waren eenvoudige mensen en toch baden zij voor de zieken en de Heer bevestigde Zijn Woord. De gaven van genezing werkt dus zonder hulpmiddelen.

Wat die gave niet is:

Sommigen denken dat doktoren die gaven van genezing hebben. Die gave zou te maken hebben met de kennis die artsen hebben om mensen van hun kwalen te genezen. Mensen die niet geloven in het bovennatuurlijk genezen van zieken, veronderstellen dat de Heer zieken geneest door middel van de wetenschap. Doktoren doen goed werk, maar het heeft niets te maken met het “geneest de zieken” van de Heiland. De doktoren kunnen mensen genezen omdat ze ervoor gestudeerd hebben en omdat zij hulpmiddelen, medicijnen, vele medische apparaten hebben, waardoor zij ingewikkelde operaties kunnen verrichten. Maar dat is niet de gave van genezing. Bij de gaven van genezing hebben wij geen operatie messen, geen medicamenten en andere hulpmiddelen nodig. Het is een wonder. Door het gebruik van de gave, door het gebed.

Elke genezing die plaatsvindt door bovengenoemde gave is een wonder. Deze gave is een krachtgave. God geneest door Zijn kracht.

Hoe kan de genezing plaatsvinden

Het meedelen van de genezing kan op verschillende wijzen plaatsvinden: Door handoplegging. Markus 16 vers 18 : ” Op zieken zullen zij de handen leggen en zij zullen genezen worden”. ” En Hij kon daar geen enkele kracht doen; alleen genas Hij enige zieken door handoplegging”. Markus 6 vers 5; Door het spreken van een woord. De hoofdman van Mattheüs 8 vers 5 tot 13 zei: ” Spreek slechts één woord en mijn knecht zal herstellen”. ” En Jezus zeide tot hem: ” Word ziende, uw geloof heeft u behouden. En terstond werd hij ziende en hij volgde Hem, God lovende.” Lukas 18 vers 42 en 43. ” Jezus, zeide tot Hem: Sta op, neem uw matras op en wandel. En terstond werd de man gezond.” Johannes 5 vers 8; Door het zalven met olie. ” Is er iemand bij u ziek? Laat hij dan de oudsten der gemeente roepen, opdat zij over hem een gebed uitspreken en hem met olie zalven in de naam des Heren. En het gelovige gebed zal de lijder gezond maken, en de Here zal hem oprichten. En als hij zonden heeft gedaan, zal hem vergiffenis geschonken worden. Belijdt daarom elkander uw zonden en bidt voor elkander, opdat gij genezing ontvangt.” Jakobus 5 vers 14 tot 17; En op andere wijzen. Zoals het aanraken van de zoom van Zijn kleed. Door de schaduw van een man Gods. ” Zo zelfs, dat men de zieken op straat droeg en op bedden en matrassen legde, opdat, wanneer Petrus voorbij kwam, ook maar zijn schaduw op iemand zou vallen. En ook de menigte uit de steden rondom Jeruzalem stroomde toe en bracht zieken en door onreine geesten gekwelde mede. En zij werden allen genezen.” Handelingen 5 vers 15 en 16. ” En Paulus keek hem scherp aan en zag, dat hij geloof had om genezing te vinden, en hij zeide met luide stem: Ga recht staan! En hij sprong overeind en liep heen en weer.” Handelingen 14 vers 9 en 10:. ” En God deed buitengewone krachten door de handen van Paulus, zodat ook zweetdoeken of gordeldoeken van zijn lichaam aan de zieken gebracht werden en hun kwalen van hen weken en de boze geesten uitvoeren.” Handelingen 19 vers 11 en 12.

Tenslotte

De Bijbel praat over gaven van genezing of van gaven van genezingen. Lees 1 Korinthiërs 12 vers 9, 28 en 30.

De gave van het doen van wonderwerken.

We zijn beland bij de laatste van de negen gaven van de Heilige Geest. De gave van het doen van wonderen. Evenals de gave van geloof en de gaven van genezingen is deze gave een krachtgave. We zullen dus spreken over de wonderlijke zaken die God wil doen door mensen die vervuld zijn met de Geest en zich open stellen voor de gaven. Het is belangrijk te weten dat God door de Geestesgaven machtig door ons werkt. Hij gebruikt ons als een kanaal van zijn zegen en kracht. Gods Geest geeft ons de gaven en wij stellen ons open (beschikbaar) om door de Heer gebruikt te worden. Zonder de overgave van de gelovigen zouden de gaven niet kunnen functioneren. De gave van het spreken in tongen zou niet werken als gelovigen niet in geloof in tongen gingen spreken. De gave van het woord van kennis zou niet functioneren als wij ons niet open stelden voor de openbaringen die de Geest ons geeft. Zo ook de gave van het doen van wonderwerken. Het gaat om de wonderen of wonderwerken die dienaren van God verrichten door de gave van wonderen. De gave van het doen van wonderwerken is de bekwaamheid en bevoegdheid die God ons geeft om bovennatuurlijke dingen te doen.

We zullen enkele voorbeelden aanhalen om u inzicht te geven in deze gave:

Exodus 14 vers 16 : ” En gij, hef uw staf op en strek uw hand uit over de zee en splijt haar; dan zullen de Israëlieten midden door de zee kunnen gaan op het droge”. Mozes werd door God gebruikt om het water van de zee te splijten. Voorwaar een groot wonder. Voor het verstand onbegrijpelijk. Het is een wonder, dat mogelijk werd door de genade en kracht van God. Dit wonder werd gebruikt om het volk van Israël te verlossen uit de hand van de vijand. Miljoenen kinderen, mannen en vrouwen met hun vee liepen gevaar, maar God verloste hen door een wonder. De staf van Mozes was nodig voor dit wonder; God had Mozes nodig om dit wonder te voltrekken. Weliswaar kon Hij ook optreden zonder enige inbreng van Mozes. God heeft vele wonderen gedaan zonder enige menselijke inbreng. Bij de gave van het doen van wonderwerken werkt de Geest door en met ons.

Exodus 15 vers 25: ” En hij riep luide tot de Here, en de Here wees hem een stuk hout; hij wierp het in het water; toen werd het water zoet.” Weer zo’n groot wonder. Bitter water wordt zoet. God gebruikte Mozes en een stuk hout, en dat toont ons dat de Heer door ons die wonderwerken wil doen. Hij wil wonderen doen voor en door Zijn kinderen.

Mattheüs 14 vers 17 tot 20: ” Wij hebben hier niets dan vijf broden en twee vissen. Hij zeide: Brengt Mij die hier. En Hij beval de scharen, dat zij in het gras zouden gaan zitten, nam de vijf broden en de twee vissen, en Hij zag op naar de hemel, sprak de zegen uit, brak de broden en gaf ze aan Zijn discipelen en de discipelen gaven ze aan de scharen. En zij aten allen en werden verzadigd en zij raapten het overschot der brokken op, twaalf manden vol.”

De Heer nam vijf broden en twee vissen om duizenden mensen te voeden. Dat is een wonder.

Wat zien wij aan de hand van de bovengenoemde voorbeelden?

Er gebeuren zaken die wij met ons verstand niet kunnen rijmen. Ons verstand begrijpt er niets van; De natuurlijke gang van zaken werd “verstoord”. Slechts één à twee mensen kunnen eten van vijf broden en twee vissen. Maar door het wonder voedde de Heer duizenden; De wonderen werden gebruikt om mensen ten dienste te zijn. Mensen werden gered van de vijand, konden hun dorst lessen, hongerigen kregen te eten; God gebruikt(e) mensen om die wonderen te doen. Mozes kreeg de opdracht het wonder te doen; Na het wonder erkenden de mensen de grootheid van God. Niet Mozes werd verhoogd, maar de God van Mozes werd verhoogd. Wonderen zijn dus tot de eer van God. Zijn Naam wordt verheerlijkt.

Misverstanden.

De bekering van een zondaar wordt weleens het grootste wonder genoemd. Ongetwijfeld is de bekering een wonder. Het is een goddelijke handeling in de geestelijke wereld. Dit wonder van de bekering en de wedergeboorte heeft echter niets te maken met de gave van het doen van wonderwerken. De gave van wonderen heeft te maken met een bovennatuurlijke handeling op het natuurlijk vlak. Elke goddelijke genezing is een wonder, omdat iemand beter wordt zonder natuurlijke hulpmiddelen. Maar de goddelijke genezing valt onder de gaven van genezingen. Goddelijke genezingen hoewel het wonderen zijn, hebben niet altijd te maken met de gave van het doen van wonderwerken. Sommige genezingen worden buitengewone krachten genoemd. Handelingen 19 vers 11 en 12. De genezing van de lamme die door de bediening van Petrus en Johannes weer kon lopen, werd een wonderteken genoemd. Handelingen 4 vers 16. Het spreken in tongen is een wonder. De openbaringsgaven zijn wonderlijke gaven, de gave van geloof is een aaneenschakeling van wonderlijke uitingen. De gave van het doen van wonderwerken neemt een eigen plaats in in de rij van de geestelijke gaven.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Back To Top